Zij vindt dat wat hij vindt over wat zij vindt van hun relatie niet klopt.
Ze vinden dus allebei nogal veel – hij is in zijn realiteit, zij in de hare.
Want hun ‘vinden’ is niets anders dan denken. Persoonlijk denken over wat goed en fout is. Persoonlijk denken dat 100% beïnvloed wordt door de gemoedstoestand van het moment.
Wat echter lastig is om te zien, als hij of zij zich heeft vastgedraaid in wat op dat moment als de waarheid voelt, is het effect van die gemoedstoestand.
Zonder dat we het merken bepaalt onze gemoedstoestand hoe positief of hoe negatief we op dat moment denken. Dat wat okay lijkt in een fijne gemoedstoestand, is waardeloos en fout in een minder goede bui.
Op zich logisch.
En toch… neemt zij heel serieus wat ze denkt en hij ook. Omdat ze allebei niet herkennen dat hun ‘state of mind’ niet zo briljant is als hij zou kunnen zijn.
Helemaal grappig wordt het als je (meestal als buitenstaander) kan zien dat hij en zij allebei onder invloed zijn van hun minder goede state of mind. Én dat ze allebei geloven in zelfbedachte gedachten.
Want zij weet niet wat hij denkt. Sterker nog, ze heeft vaak zelf niet eens in de gaten dat ze dat denkt. Ze lijkt vooral te voelen. Boosheid, wrok of juist liefde. Gevoelens die voortkomen uit gedachten zonder dat ze het in de gaten heeft.
Haar gedachten zijn willekeurig en beslist geen waarheid, maar ze lijken heel waar. Dus als zij denkt dat hij denkt dat… dan is er bij haar geen twijfel dat zij het bij het rechte eind heeft. Zoals hij ook zeker weet dat hij denkt dat…
Waardoor er twee mensen tegenover elkaar staan die hun eigen zelfbedachte gedachten als de waarheid beschouwen en tegelijkertijd denken voor de ander.
Recept voor ellende 😉. Niet meer doen! Als we allemaal 50% minder zouden denken voor een ander en 50% meer vragen zouden stellen… Ik vermoed dat relaties daar een stuk beter van zouden worden!