Ik heb lang gedacht dat je hoog intelligent moest zijn om enorm na te denken. Ik was er van overtuigd dat dat het kruis was wat hoogbegaafde mensen moesten dragen: altijd nadenken.

Inmiddels weet ik beter: we denken allemaal, 24 uur per dag, ’s nachts noemen we het alleen “dromen”.  De gedachten die we zo noemen, nemen we een stuk minder serieus.

Ontelbare keren droomde ik dat ik (nog) bij de KLM werkte als stewardess, mijn indeling kreeg om te vliegen maar mijn uniform niet meer had (dat leverde ik in werkelijkheid immers in 1991 al in). In mijn droom was ik voortdurend bezig om op Schiphol Oost te komen om een nieuw uniform op te halen. Het lukte me nooit om dat te doen binnen de tijd die ik had. Dus ik was altijd te laat voor mijn vlucht.

En hoe echt dit ook voelde, hoe diep ook de stress dat ik te laat was en het verdriet dat ik het vliegtuig zonder mij zag wegvliegen, nooit, maar dan ook echt nooit, nam ik mijn dromen zo serieus dat ik bij het wakker worden naar Schiphol belde om mijn excuses te maken dat ik niet gekomen was. Van dromen weten we dat het bedenksels zijn. We doorzien dat deze nachtgedachten fantasie zijn. Een creatie van onze onbewuste gedachten. Dus acteren we er niet op. Overdag hebben we dat inzicht niet. Overdag zijn we geneigd alles wat we denken serieus te nemen en acties te ondernemen die voortvloeien uit die gedachten.

Overdag lijken gedachten wel echt, maar dat zijn ze net zo goed niet. Onze daggedachten zijn net zo onwaar als onze nachtgedachten. Net zo bedacht. Net zo persoonlijk verzonnen. Terwijl we ze voor 100% waar maken, steeds opnieuw. En daarmee stress, onrust en vervelende gevoelens creëren. Helemaal zelf.

We denken dat de stress en ellende van buiten komen – veroorzaakt door iets of iemand anders. Waardoor we er zelf voor zorgen dat we uit evenwicht zijn.

Maar veel van onze gedachten zijn persoonlijk. Het mooiste voorbeeld om dit te laten zien vind ik altijd dit: stel, je zit in de auto en rijdt op de snelweg. Met een lekker gangetje van 120 km, netjes binnen de limiet. Je rijdt keurig op de middelste baan als je wordt gesneden door iemand die je met minstens 140 van rechts heeft ingehaald.

Op dat moment komt er ongetwijfeld een gedachte op die die situatie kleur, geur en gevoel geeft.

Bijvoorbeeld:
“WTF die vent kan niet rijden, ik wens hem vier lekke banden en een bekeuring!”

Of

“Nou zeg, hij ziet me niet eens, heeft hij dan niet in de gaten dat ik hier rij? Is de weg soms van hem en is er geen ruimte voor mij?”

Of

“Jeetje, die heeft haast, zijn vrouw moet zeker bevallen?”

Je kunt zoveel verschillende reacties hebben op één en dezelfde situatie, wat het mij ultra duidelijk maakt hoezeer een gedachte slechts een gedachte is. Helemaal zelf verzonnen. Zonder waarheidsgehalte. Maar wel met effect op hoe we ons voelen. En als je dat weet, dat je daggedachten net zo weinig waarheid in zich hebben als je nachtgedachten, zou het dan niet een briljant idee zijn om ook je daggedachten minder serieus te nemen? 🙂