Op dit moment zit ik te wachten op een klant die te laat is. Waardoor ik tijd heb om te mijmeren over het fenomeen. Te laat komen is in onze Nederlandse cultuur “not done”. En hoewel er ongetwijfeld mensen zijn die er geen enkel probleem mee hebben om ergens te laat binnen te komen, ken ik vooral mensen die er stress van krijgen – al is het lichte stress – die ze liever niet ervaren.
Als ik dreig ergens niet op tijd aan te komen, krijg ik in eerste instantie een kriebel in mijn buik. Die, naarmate ik er meer bij stil sta, uitgroeit tot een gehaast gevoel in heel mijn lijf. Ik heb het nooit zo heel specifiek geobserveerd, maar als we het er zo over hebben, bedenk ik me dat dit ongetwijfeld komt doordat ik anders ga ademhalen en een zuurstof overschot in mijn lijf veroorzaak.
Vervolgens bedenk ik allerlei dingen om van dat gevoel af te komen. Als dat mogelijk is, bel ik om te zeggen dat ik te laat zal zijn. Kan dat niet, dan bedenk ik dat het toch geen ramp is, dat iedereen wel eens te laat is, dat het kan gebeuren, dat die ander het wel zal begrijpen. En ook als ik gebeld heb om mijn verlate komst aan te kondigen, kan ik datzelfde innerlijke gesprek voeren. Met alle bijbehorende zenuwachtige gevoelens van dien.
Wat ik bijzonder vind, is dat dit ‘systeem’ nog steeds voor een deel zo werkt, ondanks het feit dat ik precies weet wat er gebeurt. Inmiddels weet ik namelijk dat die kriebel in mijn buik niet mijn eerste reactie is op het te laat zijn. Het op-tijd-willen-zijn-proces begint al veel eerder. Ruim voor ik zal vertrekken komt er al een gedachte in de trant van “Hoe laat moet ik weg om ruim op tijd te zijn?” Vervolgens komen er tot het moment van vertrek steeds opnieuw, haast onmerkbaar, gedachten in me op zoals “Hoe laat is het nu? Hoeveel tijd heb ik nog? Ik wil/moet wel op tijd zijn want… “ (afhankelijk van de afspraak die ik heb, komt er iets anders na dat ‘want’).
Sinds ik inzicht heb in de werking van de 3 Principles, ben ik geneigd mezelf in dit proces van opbouwende lichte stress te vertellen dat het “maar gedachten zijn”. Wat niet of heel beperkt werkt, moet ik eerlijk zeggen. Wat veel beter werkt, is om te accepteren dat dit is hoe het systeem werkt. Ik heb een gedachte, die roept een gevoel op en het gevoel triggert nieuwe gedachten. Fact of life. Die gedachte(n) hoef ik niet te stoppen. Ik hoef alleen maar te constateren dat de gedachten er zijn en te weten dat ze niet meer zijn dan dat: random gedachten waar ik niets mee hoef.
Door die relaxtheid te hebben, mag ik zenuwachtig zijn. Kan ik bijna genieten van het feit dat ik leef en dat dit onderdeel is van de menselijke ervaring. En gek genoeg, door niet te vechten tegen of te balen van wat ik voel, heb ik er gelijk minder last van dan toen lichte stress over te laat zijn niet mocht. En is te laat komen ook ineens meer acceptabel ;-).